Een impressie van de bezinningsdag op 6 november 2010: Wat beweegt mij?
“Als ik aan het einde van mijn leven nog steeds dat goed vind, wat ik nu als goed ervaar, dan kan ik ervan uitgaan, dat het goed is”. Met deze en andere inspirerende uitspraken begeleidde pater Ben Frie SJ de deelnemers van de bezinningsdag over: ‘Wat beweegt mij? Leren kiezen in gelovig perspectief.’
Het Leerhuis Stad en Ommelanden had deze dag in de Emmaüskerk in Groningen georganiseerd voor mensen, die op zoek zijn naar een inspiratievol leven. Ongeveer twintig deelnemers gingen met de inleider en elkaar in gesprek over de innerlijke reis, gevoelens en keuzes. Hier volgt een impressie over deze bijzondere bijeenkomst.
De dag begint met een inleiding van Ben Frie, in het dagelijkse leven pastor, geestelijk begeleider en staflid van een kloosterbejaardenhuis. Hij neemt ons mee naar de woestijnvaders. Al in het begin van het christendom waren er mensen, die besloten zich terug te trekken uit de drukke wereld. Deze monniken zochten de stilte om orde te scheppen in de innerlijke chaos. Dat was geen gemakkelijke opgave, want ze kwamen zichzelf tegen. In ieder mens schuilt immers het goed èn het kwaad. Een leven in volstrekte afzondering bleek niet haalbaar. Ze begonnen elkaar op te zoeken, stichtten gemeenschappen en gingen samen op zoek naar God. Zo wisselden ze het leven in afzondering en met elkaar af. Ze bleven niet staan bij de buitenkant, maar vroegen zichzelf en elkaar af wat er zich binnen in de mens afspeelt.
Een inleiding van Ben Frie kun je niet vrijblijvend aanhoren. Al spoedig betrekt hij de deelnemers bij het verhaal en zo worden we deze dag tochtgenoten. De film ‘Wat beweegt mij?’ is onze leidraad. Naar aanleiding van de vraag hoe jongeren met hun innerlijk leven omgaan heeft Ben Frie enkele jaren geleden een film gemaakt. Hij heeft ervaren in zijn werk als pastor, dat veel jongeren geen behoefte meer hebben aan de traditionele kerkdienst. Dat wil echter niet zeggen, dat zij niet bezig zijn met levensvragen, met de zoektocht naar de zin van het leven. Hij vond acht jongeren, die hierover wilden vertellen. Het resultaat was een film met ontroerende, eerlijke, openhartige, soms schrijnende, verdrietige, maar ook hoopgevende verhalen. Het was niet de bedoeling om de jongeren de weg terug te wijzen naar het ‘traditionele’ geloof. Wel heeft hij geprobeerd ze in contact te brengen met de ‘leer van de onderscheiding der geesten’.
We kijken naar een gedeelte van de film, waarin de jongeren verslag doen van hun beleving van gevoelens en de interpretatie daarvan. In het gesprek erna blijkt, dat leeftijd er niet toe doet. Ieder mens heeft positieve en negatieve gevoelens, maar ook de keuze aan welke gevoelens hij/zij wel of geen aandacht geeft. Dan kom je bij je hart terecht en de balans tussen gevoel en verstand. De filmbeelden roepen vragen op over het verschil tussen een stemming en een gevoel en over het durven toelaten van gevoelens. Mensen vertellen over het delen van gevoelens met anderen. Dat kan positief zijn, maar er werden ook negatieve ervaringen verteld. Het is niet altijd mogelijk om bijvoorbeeld gevoelens van eenzaamheid te delen met de ander. Vertrouwen en je openstellen doe je niet zomaar. Als je het echter aandurft, om ontvankelijk te zijn, geeft dat een meerwaarde aan je leven.
Ben Frie opent het middaggedeelte met een definitie: “Gevoel is een innerlijke verandering, die ik waarneem op affectief niveau”. We krijgen een nadere uitleg over de leer van de onderscheiding der geesten. Het gaat om een beweging, vertelt hij. “Ik voel dat er iets gebeurt, dat is primair”. Je kunt je bijvoorbeeld verdrietig voelen als je naar het nieuws op de tv kijkt. Dit gevoel of een ander, zoals onrust kan je ook zomaar overkomen. Je weet niet waar het vandaan komt, maar je kunt er niet omheen. De vraag is dan hoe je ermee omgaat. Vaak proberen we bewust of onbewust gevoelens tegen te houden. Iedereen heeft de ervaring, dat dit op den duur niet helpt.
Ignatius van Loyola wijst ons een andere weg. Er zijn twee criteria voor het omgaan met gevoelens: consolatie en desolatie. De eerste betekent troost, de tweede staat voor troosteloosheid. Het gaat erom te kiezen voor het spoor, dat mij troost geeft. Dat betekent tegelijk, dat ik mij niet laat leiden door berichten, die mij verdrietig of onrustig maken. Ik sta als het ware op een afstand, ik observeer en laat ze liggen. Dat wil niet zeggen, dat ik negatieve gevoelens negeer of ontken. Nee, ik ga er lijnrecht tegenin. Je kunt er dus voor kiezen om opbouwende gevoelens toe te laten en afbrekende gevoelens af te wijzen.
Het is niet gemakkelijk om een goed onderscheid te maken tussen de vele gevoelens die ons beheersen. Ignatius heeft hiervoor oefeningen ontwikkeld. We kunnen leren meer te letten op de diepgaande gevoelens die ons de richting wijzen van groei, creativiteit, liefde voor onszelf en anderen en alles om ons heen. Hij wijst daarbij wel op het gevaar van de misleidende gevoelens, de schijntroost. Je kunt met enthousiasme beginnen aan een nieuwe taak en gaandeweg leegheid en zinloosheid ervaren. Je hebt je onbewust gehecht aan een ideaalbeeld, dat dit niet blijkt te zijn. Dan komt het erop aan, jezelf zuiver te blijven observeren, je innerlijk los te maken van deze negatieve gevoelens. Wij blijven levenslang leerling.
Telkens gaat het om het maken van een keuze. Ben Frie houdt ons voor, dat ieder mens de regie heeft over zijn innerlijk leven. “Ik behoud mijn soevereiniteit en beslis door welke gevoelens ik mij wel of niet laat leiden”. Ignatius heeft het over onverschilligheid. Hij zegt: “uiteindelijk is het mij om het even of ik rijk ben of arm, ziek of gezond, in welk milieu ik leef. Ik zal er alles aan doen om mij te begeven op het pad van de troost”. Sommige deelnemers zien bij deze levenshouding het gevaar van egoïsme op zich afkomen. “Als ik me maar goed voel, dan is m’n leven op orde”. Gaandeweg wordt ons duidelijk, dat dit niet de bedoeling is. Het verhaal van de jongeren zet ons op het goede pad. De een gaat praten over z’n verdriet, de ander kan zich beter op een creatieve manier uiten. Zo komt het contact met het innerlijke en met de ander tot stand.
In het leerhuis zijn we bezig met de vraag wat ‘geloof’ te maken heeft met het leven van alledag. Deze vraag komt nu ook naar voren. Ieder mens heeft gevoelens en leert op zijn / haar manier hiermee om te gaan. Maar wat heeft dit alles met geloof te maken? Op zo’n moment wordt het moeilijk om gedachten onder woorden te brengen. Het gaat hier om dingen die eigenlijk onnoembaar zijn. Toch proberen we met elkaar hieraan klank aan te geven. Er kunnen momenten in je leven zijn, die zo zuiver en goed zijn, waarin je je compleet voelt. Op zo’n moment kun je de aanwezigheid van wat we ‘God’ noemen ervaren. Wat brengt ons dichter bij God? Ignatius raadt ons aan de verhalen uit de evangeliën te lezen, maar nu op een andere manier. Stel je voor, dat je er zelf bij bent. Welke gevoelens maakt dit los, waaraan word je herinnerd? Het zijn als het ware ontmoetingen. Als je een dagboek bijhoudt van wat je dan opvalt, zie je een rode draad. Je ontdekt wat jou met God verbindt. Deze ontdekking beïnvloedt je keuzes in het leven, want je wordt op het pad gezet naar de innerlijke vrijheid. God geeft de mogelijkheid om te kiezen, maar zegt ons niet wat we moeten doen. De keuze is aan ons.
In de gesprekken en ontmoetingen, de stiltes en de slotviering mochten we iets ervaren van de innerlijke vrede. We namen afscheid door elkaar zingend deze vrede toe te wensen. We kregen een weg aangereikt om te kunnen gaan en de mogelijkheid om elkaar weer te ontmoeten op dit pad.
Op zaterdag 12 februari 2011 biedt het Leerhuis u een cursus aan over dit onderwerp. Zie voor informatie hierover het cursusaanbod op deze website.
Jolanda Valk